dinsdag 16 december 2014

Verlaat je familie

 ‘Trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat ik je zal wijzen’.*
Deze Bijbellezing, tijdens de dienst van de ‘opening van het winterwerk’ in september, slaat flink in! De ‘roep’ klinkt; verlaat je familie… De mensen van de  Andreaskerk zijn mijn familie! Zo hecht met elkaar verbonden. Zoveel mooie, maar ook heel verdrietige momenten gedeeld. Er is zo’n hechte ‘familieband ’ontstaan. Het idee om hen te gaan verlaten maakt me verdrietig en het voelt ontheemd.

Vreemd
In diezelfde maand gaan we gesprekken voeren met de Kleopasgemeente uit Ede. Heel onwennig zitten we in een groot gezelschap bij elkaar. Lastig om elkaar in een korte tijd dan een beetje te leren kennen. We willen graag nog wat vervolggesprekken om wat nader tot elkaar te kunnen komen. Zo zitten we verschillende avonden bij elkaar en groeit het vertrouwen. Tijdens de ontmoeting met de eigen gemeenteleden op zondag en door de week is er zo’n andere mate van vertrouwd zijn, dat ik me soms vertwijfeld afvraag ‘wat tobben we’. Wat geven we op!! Het is zo heerlijk en vertrouwd om alles bij het oude te laten en te weten waar je aan toe bent met de mensen om je heen. Meerdere keren verzuchten we tegen elkaar ‘we kunnen toch niet weg?’ En bij de gemeenteleden merk ik opluchting dat de beroepen naar Sliedrecht en Puttershoek niet door zijn gegaan. “Gelukkig blijven jullie nog een poosje”. Ik weet niet zo goed hoe ik hier op moet reageren, met een nieuw beroep dat hen en ons boven het hoofd hangt…

Geen knollen voor citroenen
En dan heb ik zomaar zo’n grappige ervaring, wat voor mij een diepere betekenis krijgt. Ik heb voor een recept gekonfijte citroenen nodig. In de reguliere winkels kan ik niet slagen, dus ik besluit voor het eerst sinds we in de Dordrecht wonen naar de Turkse winkel in Wielwijk (dichtbij de kerk) te gaan. Bij binnenkomst voel ik me wat ongemakkelijk bij de sterke oosterse geuren en overvolle opstelling van artikelen. Wat is hier het systeem? Ik loop wat heen en weer en besluit maar een winkelende dame met hoofddoek aan te spreken. We begrijpen elkaar door de taalbarrière niet helemaal, maar ze doet haar best en loopt met me de winkel door op zoek naar de citroenen. Ik vind het bijzonder dat ze zo haar best voor me doet. En ja hoor  met nog wat extra hulp ontvang ik een emmertje met de gewenste citroenen. Na deze ontmoeting krijg ik steeds meer lol in het winkelen en vind nog andere producten die ik graag mee naar huis neem. Met een lach kom ik weer buiten… en denk ‘uit het oosten geen knollen voor citroenen’!! Ik houd me aan dit positieve teken vast, tenslotte ligt Ede ten oosten van Dordrecht.
Beroep
En dan ligt daar het beroep. Na weken van onrustig nadenken valt de rust als een warme deken over me. Niet omdat ik zeker weet dat de weg naar Ede leidt, maar omdat Hij ons leidt! Die wetenschap geeft zo’n rust. Het is ook fijn dat er geen geheimen meer voor de gemeenteleden hoeven te zijn.  En wat een meeleven ontvangen we!! Van zowel de Andreas- als de Kleopasgemeente. De steun van mensen die ‘naast je lopen’ door mee te leven en te bidden voor wijsheid en moed. Niet op je pad zodat je belemmerd wordt in je gaan en je het zicht wordt ontnomen. Dat is zo geweldig, als je in vrijheid wordt gesteund. We zijn dankbaar voor zulke tochtgenoten om ons heen.

Heer wijs mij de weg..
Met het gezin reizen we op de eerste adventszondag al vroeg in de ochtend af naar Ede, want de dienst begint om 9.00 uur. Spannend hoe zo’n eerst echte kennismaking met de gemeente zal verlopen, maar we gaan met nog steeds de ervaring van de rust van Gods leiding. Als gezin voegen we ons bijna ‘als vanzelf’ tussen de anderen. Geertje wandelt net zo vanzelfsprekend mee naar de nevendienst. Na de dienst hebben we al wat fijne gesprekjes waarin een stukje vertrouwelijkheid wordt ervaren. De kinderen vinden het wel leuk! Moedgevend! Drie dagen later is er een verdere kennismaking tijdens een middagprogramma en gemeenteavond. Tijdens de gemeenteavond is er veel muziek. Een prachtige combinatie van  onder andere Psalmen en Opwekkingsliederen. Tijdens het zingen van het lied ‘Heer wijs mij de weg’ raak ik erg geëmotioneerd. Door  het verdriet  om het losmaken van de Andreaskerk, maar ook door de verwondering dat juist dit lied dat zoveel betekenis voor mij heeft hier klinkt. De weg is voor ons duidelijk.
Accu leeg
Zondag zijn er de momenten van verdriet die we met de gemeente samen delen. We zijn ons zo bewust van de intieme band. Naast verdriet is er zoveel dankbaarheid dat die intimiteit van familie-zijn heeft mogen groeien in negen jaar. Maar ook verwondering over een nieuwe leef- en werkplek. Bijna als laatsten verlaten we de kerk en bij het starten van de auto is de accu leeg… de motor wil niet starten. Een beetje lacherig zeg ik  “Zou dit een teken zijn dat we toch niet weg mogen gaan?” Wanneer ik daar dieper over door denk is het juist een heel mooi teken. God is de motor. Hij houdt de accu gevuld. Wat een heerlijke ontspanning als je ’op reis mag gaan’!
*(Genesis 12:1 - de roeping van Abram)
HEER, WIJS MIJ UW WEG
Heer, wijs mij uw weg
en leid mij als een kind
dat heel de levensweg
slechts in U richting vindt.
Als mij de moed ontbreekt
om door te gaan,
troost mij dan liefdevol en moedig mij weer aan.

Heer, leer mij uw weg,
die zuiver is en goed.
Uw woord is onderweg
als een lamp voor mijn voet.
Als mij het zicht ontbreekt,
het donker is,
leid mij dan op uw weg, de weg die eeuwig is.
 
Heer, leer mij uw wil
aanvaarden als een kind
dat blindelings en stil
U vertrouwt, vrede vindt.
Als mij de wil ontbreekt
uw weg te gaan,
spreek door uw Woord en
Geest mijn hart en leven aan.

Heer toon mij uw plan;
maak door uw Geest bekend
hoe ik U dienen kan
en waarheen U mij zendt.
Als ik de weg niet weet,
de hoop opgeef,
toon mij dat Christus heel
mijn weg gelopen heeft.
Tekst: Hans Maat, muziek: Elbert & Niek Smelt. © Stichting Sela Music


maandag 23 juni 2014

Ik zal er zijn!

Vanuit oost en west komt de roep ‘Kom over en help’, maar op het eiland (van Dordrecht)  klinkt ook ‘blijf’. En dan begint het dwalen in een soort doolhof waarin je in gedachten verschillende paadjes probeert en waarbij je nadenkt of dit de weg is die voor ons is bestemd.  Je overdenkt de scenario’s die bij dat pad zouden horen. Vervolgens “loop” je weer terug om een andere “afslag” te proberen. Tijdens je “ wandeling” ontmoet je mensen; bekende, maar vooral veel nieuwe personen. En dan is er regelmatig zomaar een stukje zielsverwantschap. Mensen die je hart raken. Deze mensen “draag” je verder mee op je zoektocht en onwillekeurig verzwaart dat de tocht. Er groeit een mate van verantwoordelijkheid. Daarnaast onze roep naar God wat Hij voor ogen heeft met ons. En dan blijft het voor je gevoel soms zo stil. De omgeving vraagt verwachtingsvol of je ‘het al weet?’. Er ontstaat onrust bij de kinderen omdat ze moeite hebben met de onzekerheid van ons als ouders. We weten het niet! Het voelt of je schouders steeds voller worden geladen en daar word je zo moe(deloos) van.
Maar dan is daar opeens het moment van Gods adembenemende tegenwoordigheid die mijn hart verlicht. De zon gaat schijnen en er landt weer het diepe besef van Gods naam “Ik zal er zijn”.  Ik herinner me al die mensen die voor ons bidden voor kracht, moed en wijsheid. Zo  krijg ik weer het vertrouwen dat ondanks deze moeite God voor ons zorgt en Hij  het ons bekend zal maken.
Niet als een briefje uit de hemel, wat zo geweldig makkelijk zou zijn en ons van  verantwoordelijkheid kan ontslaan. Het traject  van bidden, denken en praten, waarin we ervaren dat Gods  steeds de juiste mensen op ons pad plaatst, vervolgen we. En zo komen we toch tot een beslissing.
Een beslissing die we met een stukje pijn naar de ander, moeten gaan vertellen, maar die rust geeft. We ervaren dat God op deze wijze communiceert met Zijn kinderen. Er is ook het grote vertrouwen dat Hij zorgt voor Zijn gemeenten. Zie niet op de predikant maar zie op Hem: Hij zal er zijn!

IK ZAL ER ZIJN
Hoe wonderlijk mooi is uw eeuwige Naam.
Verborgen aanwezig deelt U mijn bestaan.
Waar ik ben, bent U: wat een kostbaar geheim.
Uw naam is ‘Ik ben’ en ‘Ik zal er zijn’.

Een boog in de wolken als teken van trouw,
staat boven mijn leven, zegt: Ik ben bij jou!
In tijden van vreugde, maar ook van verdriet,
ben ik bij U veilig, U die mij ziet.

De toekomst is zeker, ja eindeloos goed.
Als ik eens moet sterven, als ik U ontmoet:
dan droogt U mijn tranen, U noemt zelfs mijn naam.
U blijft bij mij Jezus, laat mij niet gaan.

‘Ik ben die Ik ben’ is uw eeuwige naam.
Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan.
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij:
uw naam is ‘Ik ben’, en ‘Ik zal er zijn’.

O Naam aller namen, aan U alle eer.
Niets kan mij ooit scheiden van Jezus mijn Heer:Geen dood en geen leven, geen moeite of pijn.
Ik zal eeuwig zingen, dicht bij U zijn.
Tekst:Hans Maat. Muziek: Kinga Bán en Adrian Roest. © 2013 Stichting Sela Music













zaterdag 24 mei 2014

Vasthouden?!

Toen ik in januari de doos met kerstspullen over het gammele trapje de vliering opzeulde dacht
ik:  ”Waar zullen we wonen als ik deze doos met kerst weer tevoorschijn haal?”. Misschien wordt hij  er al veel eerder afgehaald. Een beklemmend gevoel van onzekerheid valt op me. Mijn gedachten gaan verder  –  wat gaat er dit jaar allemaal gebeuren waar ik nu nog geen weet van heb? Hoe zal het gaan met alle mensen om me heen die me zo lief zijn? Verlies en verlies van gezondheid kunnen je zomaar overkomen.
Spaans benauwd knijp ik mijn handen dicht met de gedachte:  ”Heel stevig vasthouden wat je hebt”.  Raar, want vaak vind ik het zo vanzelfsprekend dat we gezond zijn en al die andere zaken hebben om dankbaar voor te zijn.  Eerder niet leuk als iets tegenzit en dan maak ik dat groot, terwijl het maar zo onbeduidend is tegenover zoveel leed dat andere mensen overkomt.
Maar als het me overkomt zal ik heel hard willen klemmen en vasthouden,  daar is echter geen kracht tegen bestand. Het beangstigt me, dat wat je wilt vasthouden je toch uit handen kan worden genomen.
Nu bijna een half jaar later is ons leven in onrustiger vaarwater gekomen. Twee gemeenten komen binnenkort hun beroepsbrief brengen. Dan moeten we gaan nadenken over vertrekken of blijven. Een moeilijke keuze waar zoveel onzekerheid bij komt kijken. Vast te willen houden aan alle zekerheden die me zo vertrouwd zijn.
Ik kijk naar die vastklemmende handen. Vastklemmende handen waar niets in past! Hoe kan ik nu ontvangen als ik met dichte handen door het leven ga?  ‘Open handen’  kunnen dat wel.  Met open handen kan ik  zoveel ontvangen!! Ontvangen in omstandigheden die ik als moeilijk en onzeker ervaar. Ook al die zaken in dankbaarheid ontvangen, die ik meestal met grote vanzelfsprekendheid ‘in mijn  zak stop’ en er niet eens bewust naar kijk.

Al die dingen die mijn leven zo verrijken  bezit ik niet, maar ontvang ik! En dat kan alleen met open handen. Een wetenschap om stevig vast te houden de komende tijd!